Hoe verloopt de ontwikkeling van je baby?

Een pasgeboren baby is nog helemaal afhankelijk. Maar daar komt al snel verandering in, want in het eerste levensjaar ontwikkelt een baby zich snel. Lichamelijk groeit de baby hard, zowel in lengte als in gewicht. De hersenen en het zenuwstelsel ontwikkelen zich ook. In de hersenen worden verbindingen gelegd, die ontstaan door de ervaringen die de baby opdoet en door invloed van de omgeving. Hierdoor leert hij steeds meer nieuwe dingen.

De wereld ontdekken

Een pasgeboren baby slaapt een groot gedeelte van de dag. Hij ziet alles wazig en zijn wereldje is klein. Maar hij groeit en dat betekent dat hij ook minder slaap nodig heeft. Zijn zicht verbetert en hij gaat kleuren zien, later komen daar details bij. Nu kan hij de dingen die hij ziet beter begrijpen.

Groeisprongetjes

De ontwikkeling gaat met sprongetjes. Voor een groeisprong is een baby vaak huilerig en verloopt alles wat moeizamer. Na deze moeilijke dagen heeft de baby weer iets nieuws geleerd en is hij weer een stapje verder in zijn ontwikkeling. Hij ontdekt zijn handjes en voetjes, speelt er eerst mee en later gebruikt hij ze om zich op te trekken en te gaan staan en lopen.

De grove motoriek

Onder motoriek wordt het vermogen om te kunnen bewegen verstaan. Dit wordt onderverdeeld in de grove en fijne motoriek. Een baby ontwikkelt eerst de grove motoriek. De grove motoriek bestaat uit grote bewegingen zoals omrollen, kruipen, lopen en gooien. Voordat een baby de fijne motoriek kan leren moet hij eerst de grove motoriek onder de knie hebben. Het uitsteken van de handjes valt bijv. onder de grove motoriek. Vervolgens kan hij met zijn handjes iets pakken. Dat wordt de fijne motoriek genoemd. In het eerste jaar oefent een baby vooral de grove motoriek.

De fijne motoriek

Als een baby de grove bewegingen kan maken, zal hij de fijne motoriek ook gaan oefenen. Hij kan iets vastpakken en na verloop van tijd overpakken van de ene naar de andere hand. Vanaf een maand of zes gebruikt de baby ook zijn duimpje om iets te pakken. De volgende stap is het pakken van een voorwerp, tussen duim en wijsvinger. Na het eerste jaar ontwikkelt de fijne motoriek zich verder. Het kind leert kleuren en kan zelf eten.